Conceptstores zijn hot. Mini-warenhuizen met een vaak wisselend assortiment designboeken, sieraden, maar ook scooters, sokken en meubels. De omgeving is dynamisch: je volgt er op zondag een yogales of je ziet een leerlooier aan het werk. Conceptstores hebben een hoog verrassingselement.
Conceptstores spelen met een gevarieerde lifestylecollecties in op de vervagende grenzen tussen mode, design en interieur. Winkels waar je kunt browsen, je laten inspireren en koffie drinkt of luncht. Conceptstores vormen een tegenwicht voor de leegloop van de winkelstraten.
Musea hebben dynamiek van nature al in huis
Biedt deze ontwikkeling kansen voor de museumwereld? Absoluut. Waar conceptstores continu aan werken, hebben musea vaak al van nature in huis: de dynamiek die bij de collectie en tentoonstellingen hoort. Deze is perfect door te vertalen naar de winkel. De consument is op zoek naar plekken van rust en inspiratie. Die vinden ze daar.
De grenzen tussen mode, design en lifestyle zijn in de museumsector al een tijdje aan het vervagen. Design en modemerken presenteren hun producten als museale stukken. Het is niet meer ongewoon dat designers tentoonstellingen inrichten of dat een modehuis een tentoonstellingsonderwerp is. Recent de Kunsthal met zowel Pastoe als Jean Paul Gautier.
De uitdaging voor de museumwinkel is een omgeving te creëren waar de consument graag komt en geld uitgeeft. De museumwinkel met een hoog verrassingselement slaagt daar het beste in.
(Bron: Het Parool, 31 mei 2013)